HANDLEIDING
TOT DE
SCHEEPS-BESTURING
TEN GEBRUIKE
VAN DE
KADETS VOOR DE MARINE,
AAN HET
KONINKLIJKE
ARTILLERIE- EN GENIE-SCHOOL
TE
D E L F T,

OPGESTELD DOOR

J. FRANCH,
Onderwijser in de Zeevaartkunde aan genoemde School.


TE DELFT,
BIJ P. DE GROOT,
Drukker en Boekverkooper van de Koninklijke Artillerie- en Genie-School.

[1825]


[p i]

VOORBERIGT.

Als iemana een boek in het licht geeft over een onderwerp, hetwelk reeds meermalen behandeld is, moet het hem vrij staan, de gronden op te geven, welke hem bewogen hebben, hetzelve te schrijven, ten einde men instaat zij te beöordeelen of het nut hebbe.

Dit is nog noodzakelijker, als het werk bestemd is tot het onderwijs. Maakt de schrijver in dit geval het doel bekend, dat hij zich voorgesteld, en de orde, die hij opgevolgd heeft, zoo kan men best oordeelen of het werk goed zij, en aan het doel beantwoorde; want in boeken, welke over wetenschappelijke beginselen handelen, is de eeigste verdienste in de voordragt gelegen.

Toen ik door Zijne Excellentie den Luitenant Generaal VOET, directeur van de Koninklijke Artillerie- en Genie-school, belast werd met het onderwijs in de manoeuvres met het enkele schip, begon ik, met een register op te maken, van de artikelen die verhandeld moesten worden, en gaf dagelijks een à twee artikelen aan de élàves, met de uitlegging en redenen, waarom ieder ding zoo en niet anders gedaan werd, en eischte van hen des anderen daags de les van den vorigen dag in geschrift. Hieraan werd ook door eenigen voldaan, doch andere zeiden, zulks niet te kunnen doen, dewijl zij niets hadden, om het te kunnen nazien, en met in staat waren zulk eene les in eens te onthouden. Het werk van den Kapitein VALLIANT, hetwelk ik hun aanbeval, was meer geschikt voor jonge zee-officieren, die reeds eene reis gedaan hebben daan voor élèves, welke genoegzaam nooit een schip hebben gezien, ook met de gebruikelijke kunstwoorden niet bekend zijn. Het engelsche werk van DARCY LEVER is te kostbaar en de meeste jonge lieden zijn ook niet genoeg met de engelsche taal bekend, om de uitlegging te verstaan. Ik was dus genoodzaakt zelf een opstel te vervaardigen, ingerigt naar de vatbaarheid van de élèves, en hetzelve te dicteren; doch nu nam het schrijven te veel tijd weg en ik bestoot daarom het werk te laten drukken. Men moet derhalve hier niets verwachten, wat niet reeds in het eene of andere boek te vinden is. Mij komt niets toe dan de wijse, waarop het voorgedragen is, en ik heb reeds gezien, dat verscheidene jonge lieden het zeer goed begrepen. Zee-officieren zullen het mogelijk onnoodig vinden, om zoo in kleinigheden uit te weiden; doch voor hen is het boek ook niet geschreven, en voor de élèves dient het nog met eene verklaring opgehelderd te worden. Aan het nut, hetwelk jonge lieden uit zulk een onderwijs trekken kunnen, zal niemand twijfelen; want zonder op eene geredelde wijse te hebben leeren denken, kunnen zij weinig nut uit de ondervinding trekken, en om dat zij de oorzaken der gebeurtenissen niet begrijpen, zien zij veeltijds het eigenaardige derzelve niet in. Ofschoon ik voorgenomen had zoo weinig mogelijk van de wiskunde in het werk te laten invloeijen, om dat de jonge lieden zulks in andere lessen krijgen, heb ik toch in een klein voorbeeld doen zien, hoe de wiskunde op het practicale aanwendbaar is, ten einde daardoor den lust meer optewekken, tot het aanleeren van de wiskunde; want het verzuimen van de studie van grondige wetenschappen kan door niemand aanbevolen worden, dan door die genen, welke zich niet schamen onwetend te zijn.

I N H O U D.

1. Over de werkingen van de wind op een zeil in het algemeen ... Bladz. 1
2. Over de verschillende positien van een schip ten opzigten van den wind ... 3
3. Over de positien van de zeilen ten opzigten van wind en schip, en de uitwerking van dien op de voorzeilen ... 4
4. Over de uitwerking van den wind op de achterzeilen in de onderscheide positien .. 7
5. Van het roer ... 8
6. Van het zeil voeren ... 9
7. Van het wenden, en om bij den wind over te wenden, met zoo veel mogelijk in den wind te winnen ... 11
8. Als men met hooge zee en reven in de marszeilen wenden wil om zeker door te draaijen ... 19
-- Aanmerkingen over het schralen of ruimen van den wind onder het wenden 22
9. Voor den wind om te gaan met den wind in de zeilen te houden ... 23
10. Om met alles tegen voor den wind om te gaan ... 27
-- Aanmerking op voorgaande manoeuvre, en eene andere wijze van hetzelve uittevoeren ... 29
11. Als men de wending mist ... 30
12. Van het bijdraaijen met groot marszeil tegen ... 32
13. Met voor marszeil tegen ... 34
14. Als men bijgedraaid is af te houden ... 35
15. Over het brassen als de wind schraalt of ruimt ... 37
16. Over het uilvangen ... 32 [sic]
17. Als de koelte aanneemt en men marszeilen reven wil ... 40
18. Het innemen van het tweede rif en afnemen van bramraa's ... 43
19. Om een onderzeil te reven ... 45
20. Over het bijleggen ... 49
21. Van een drijfanker ... 49
22. Van het halfen ... 51
23. Om met storm weder voor den wind te zeilen, als het niet goed sturen wil .. 54
24. Als het weder begint te bedaren ... 54
25. Van het ten anker komen ... 55
26. Als men voor den wind aankomt zeilen en wil ankeren waar geen stroom gaat, en men ruimte heeft, en ook als er stroom gaat. ... 58 en 59
27. Als men voor den wind komt aanzeilen en geen ruimte heeft ... 60
28. Op een lager wal ten anker komen ... 61
29. Voor een spring ten anker komen ... 62
30. Van het vertuijen ... 63
31. Van het anker ligtten ... 64
32. Om een anker te katten en kippen ... 66
33. Van het onderzeil gaan ... 68
34. Onder zeil gaan als men den wind van voren en den stroom in zijn voordel heeft ... 69
35. Onder zeil gaan als men den wind van achteren en den stroom van voren heeft ... 70
36. Voor een spring onder zeil te gaan ... 71
37. Van een onklaar anker ... 71
38. Over het touw klaren ... 72
39. Om een plegt anker op en af te zetten ... 74
40. Klaar anker houden, als men niet vertuid is ... 75
41. Als de wind uitschiet ... 79
42. Om eene rivier met den stroom tegen den wind uit te drijven ... 80
43. Om een werp uit te brengen ... 82
44. Van het boegseren ... 84
45. Van het looden ... 85
46. Over de onder leizeilen ... 87
47. Over de boven leizeilen ... 89
48. Van de vuren op de hollandsche kust en in het kanaal ... 91
49. Een schip tot gevecht gereed maken ... 92
50. Om een gekraakte steng te reven en een gebrokene steng te redderen .. 93
51. Van het kappen of verliezen van masten ... 94
52. Van een nood roer ... 96
53. Over het ballasten ... 98
54. Van het loggen en de wraak ... 102
55. Over het houden van journaal aan boord ... 103
56. Van voorzicht omtrent de Kompassen ... 107
57. Om met een chaloup te landen, waar brandding staat ... 110
58. Van het aandoen van straten en zee engtens ... 111
59. Van de winden ... 115
60. Van de stroomen ... 113 [sic]
61. Van het jagen ... 122
62. Van het gevecht tusschen twee schepen ... 124
-- Van het enteren ... 127
63. Van de branders ... 131
64. Om een schip in stilte vooruit te doen gaan ... 138
65. Over het stoppen van een lek ... 140
66. Over de kommandoo's .. 141
67. Over een schip te sjorren ... 144
68. Over het stoppen van grondschoten ... 146
69. Een verloren anker te visschen ... 147
-- Aanmerkingen ... 148

J. Franc: Handleiding tot de Scheeps-besturing, Delft, 1825.

Transcribed by Lars Bruzelius


Sjöhistoriska Samfundet | The Maritime History Virtual Archives | Seamanship | Search.

Copyright © 1998 Lars Bruzelius.